Direct naar artikelinhoud
recensie

De nieuwe ‘Porgy and Bess’ had zoveel beter gekund

Porgy and Bess

De Nationale Opera
Porgy and Bess
★★☆☆☆

De stank, de verloedering en de vernederende armoede van het zwarte vissersdorp Catfish Row zijn geen moment zicht- of voelbaar in de nieuwe ‘Porgy and Bess’ bij De Nationale Opera. 

De co-productie met Londen en New York ziet er vooral gelikt uit, de decors en de kostuums zijn te ‘schoon’, de toneelvloer is te aangeveegd. Wellicht is dat een gevolg van de bemoeienis van de erven Gershwin, die erop staan dat je spreekt over ‘The Gershwins’ Porgy and Bess’ en die verbieden dat de tekst in het programmaboek wordt opgenomen. Boven-titeling mocht wel, maar dan in het exacte ‘knullige’ dialect zoals in de opera wordt gebezigd, niet in ‘verbeterd’ Engels.

Regisseur James Robinson fietst angstvallig om de ‘racistische’ vraagstukken in dit stuk heen. Hij stelt geen vragen bij het strikte Gerhswin-gebod van een geheel zwarte cast, of het feit dat superieure witte mannen deze opera maakten. Het levert een plaatjesboekproductie op die je eerder bij musical verwacht dan bij een serieuze opera. Dat is best jammer, want daardoor blijven de personages nogal eendimensionaal en word je niet uitgedaagd achter die mensen te kijken.

Ondanks de vier doden aan het eind van de opera, ondanks het hopeloze slot als Bess weer terugvalt in haar cocaïneverslaving en de gehandicapte Porgy verlaat, ademt deze voorstelling vooral kleurrijke vrolijkheid. Zo’n type als de dealer Sportin’Life (die van ‘It ain’t necessarily so’) krijgt hier geen moment een duistere kant en mag heerlijk schmieren in zijn swingende solo’s. Dat doet Frederick Ballentine overigens uitstekend, net als het hem omringende koor van zwarte zangers, speciaal voor deze productie samengesteld. Die koorstukken spreken enorm aan. Dirigent James Gaffigan houdt hierin de swingende boel uitstekend bij elkaar en weet ook het Nederlands Philharmonisch Orkest behoorlijk op te zwepen. Hij laat de moderniteit van Gershwin, tussen de vele hits door, mooi opbloeien.

Eric Owens is een pracht-Porgy en Latonia Moore steelt de show als Serena. Janai Brugger zingt hemels als ‘Summertime’-Clara, maar Adina Aaron heeft als Bess meer moeite om te overtuigen. De moedige Nmon Ford (Crown), fluks ingevlogen voor een zieke collega, verliest ook zelf helaas steeds meer stem. Jetlag?

Lees ook:

De paradox van Porgy: is deze zwarte opera toe aan een witte make-over?

Het ligt testamentair vast: in Gershwins opera ‘Porgy and Bess’ mogen uitsluitend zwarte zangers zingen, inclusief die in het koor. Is dit nobele uitgangspunt in deze tijden nog verdedigbaar?