Direct naar artikelinhoud
Recensie

Componist Micha Hamel gaat los in operateske ‘Caruso a Cuba’

De bomaanslag in Havana in de nieuwe opera ‘Caruso a Cuba’ van Micha Hamel.Beeld Monika Rittershaus

Opera
De Nationale Opera/OFF
Caruso a Cuba
★★★★☆

Componist Micha Hamel gaat er meteen vol in. In de ouverture tot zijn opera ‘Caruso a Cuba’, die zondagavond zijn vuurdoop beleefde in het Opera Forward Festival, spuit een energieke notenbrij met enorme power de orkestbak uit. In de partituur heeft hij daar vast boven geschreven: agitata! Dat is niet aan dovemansoren gericht want de musici van het Nederlands Kamerorkest en dirigent Otto Tausk spurten vervaarlijk uit de startblokken, zetten perfect de toon voor een bij wijlen hilarische avond waarin opera weer eens heerlijk operatesk en ongegeneerd Italiaans mag zijn.

Die ouverture-muziek keert meerdere malen al dan niet vervormd terug. Als bindmiddel in een partituur die vooral in het eerste uur een ultrahoog potpourri-gehalte heeft. De Verdi-stoofpot die Hamel op het vuur zet, past natuurlijk perfect bij het onderwerp van zijn opera, tenore Napolitano Enrico Caruso. De wereldberoemde zanger is in Havana om op te treden in Verdi’s ‘Aida’ als daar in het Teatro Nacional een bom ontploft. Een historisch feit uit 1920, maar wat daarna volgt is pure fictie. Hamel baseerde zijn door hemzelf geschreven libretto op de roman ‘Como un mensajero tuyo’ van de Cubaanse Mayra Montero.

Verdiaans deuntje

Montero laat Caruso verliefd worden op de Cubaans-Chinese Aida en omkleedt haar verhaal met Cubaanse en Chinese religieuze reinigingsrituelen en noodlotsvoorspellingen. Het kind Enrichetta, dat uit de relatie geboren wordt, is de hoofdpersoon in het boek maar komt in de opera niet voor. In dat boek valt overigens weinig te lachen, en zingt Caruso maar één enkele keer. Aan beide gegevens heeft Hamel gelukkig lak. Een zingende Caruso is nou net wat je wilt in een opera.

Al vrij snel in de opera mag de tenor los in het ariaatje ‘Mijn keel is heilig’, gezet op zo’n verdiaans deuntje in driekwarts­maat. Een duetje met Aida bestaat uit niets meer dan het vele malen herhaalde woord ‘Andiamo’ (We gaan), en eindigt pontificaal op een hoge C. Zodra het over Napels gaat, duikt de mandoline op, en zo wordt van alles en nog wat meesterlijk op de hak genomen. Maar Hamel herschept ook prachtig die speciale orkestrale tinta, de klankkleur, die Verdi in zijn ‘Aida’ stopte. En zelfs de stem van Caruso, hij was de best verkopende 78-toeren artiest ooit, komt af en toe krakend langs.

Een van die schellakplaten dient als speelvloer in een slimme en geestige enscenering van Johannes Erath, waarin ingenieus videobeelden verwerkt zijn. Hamel verwerkt in zijn partituur een plaat die blijft hangen en dat wordt door Erath mooi uitgebeeld.

Met tenor Airam Hernández is een heuse Caruso-met-strot in huis gehaald. Jeanine De Bique zingt zijn geliefde Aida met prachtige inleving en een schitterend geluid. Om hen heen staat een cast die fantastisch ingespeeld en ingezongen is. Otto Tausk en het Nederlands Kamerorkest zwengelen als muzikale motoren de boel geweldig aan.

Hamels tragische operette ‘Snow White’ uit 2008 was ook al zo’n hilarische en melodieuze pastiche. Maar in Caruso a Cuba zijn jool en ernst beter uitgebalanceerd. Het levert een geslaagde avond op.

Nog t/m 9 maart. dno.nl

Lees ook:

‘Girls of the Golden West’, een sterke nieuwe opera van John Adams en Peter Sellars

Het wemelde donderdag van de jongeren in Nationale Opera & Ballet. Het Opera Forward Festival (OFF) werd daar geopend met ‘Girls of the Golden West’, de nieuwste opera van John Adams en Peter Sellars. Beiden werden enthousiast toegejuicht en de jongeren joelden mee.