Direct naar artikelinhoud
RecensieOpera

Muzikaal gebeurt er bij Tannhäuser veel, maar er moet nog eens kritisch naar de regie worden gekeken. Regie: ★★☆☆☆ Muziek ★★★★☆

De Nationale Opera : TannhäuserBeeld Monika Rittershaus

Na twintig minuten krijg je medelijden met dirigent Marc Albrecht. Staat hij daar zwaaiend in de orkestbak zijn Nederlands Philharmonisch in bedwang te houden in Richard Wagners Tannhäuser, terwijl op het podium de ene na de andere ballerina uit de kleren gaat.

Dat is nog zwak uitgedrukt, want in de nieuwe productie van De Nationale Opera maakt regisseur Christof Loy van een bacchanaal bij de Venusberg een orgie in een herenclub met echte tieten, billen, pikken – alles. Er wordt virtuoos gedanst: iedereen vliegt door de lucht en wordt op onnavolgbare wijze opgevangen. Uiteindelijk liggen de dansers uitgeput en naakt op de grond of op de piano. Esthetisch zeer geslaagd, dat laatste tableau.

Maar het effect op het vervolg? Als Venus (Ekaterina Gubanova) dan eindelijk mag zingen, ben je met je hoofd nog bij dat spektakel, bij al die suggestie . Waar hebben we nou naar gekeken, wat zou Loy hebben beoogd? Straks thuis toch nog maar even het libretto omkeren. Wagner hield niet van ballet, maar voor de première in Parijs werd een ballet verlangd – dat zal het wel zijn.

Na dat stormachtige begin gebeurt er visueel gezien relatief weinig meer. Het decor blijft hetzelfde, ook tijdens de zangerswedstrijd op de middeleeuwse Wartburg: een poort in classicistische stijl.

Gelukkig gebeurt er in de muziek juist heel véél, laat Albrecht de noten weer ouderwets gloeien, zijn de bijdragen van de musici buiten de orkestbak allemaal buitengewoon strak getimed, is Björn Bürger een weergaloze Wolfram von Eschenbach (soepele stem en sublieme declamatie) en is het Koor van De Nationale Opera misschien wel beter dan ooit (een levendige, rijke klank, verbazingwekkend zuiver – hoed af voor koordirigent Ching-Lien Wu).

Loy strooit ondertussen met verwijzingen. Gaandeweg wordt wel duidelijk dat hij iets heeft willen doen met de parallellen tussen het personage Tannhäuser en Wagner zelf (die ook niet geloofde dat lust en ware liefde in een partner konden worden verenigd en uiteindelijk alleen de kunst zijn volledige toewijding gunde). Als de pelgrimsstoet de piano als een heilig voorwerp naar het podium rijdt, denk je direct aan de verering die Wagner ten deel valt.

 Het vermoeden van losse eindjes blijft. Dit is zo’n regie die erom smeekt om nog een keer te worden bekeken zodat (hopelijk) alles op zijn plaats valt. Het probleem is dat je na afloop niet denkt: ja, leuk, nog een keer. Al was de orgie nog zo goed.

Tannhäuser

Opera

Twee sterren (regie)

Vier sterren (muziek)

Van Richard Wagner. Door De Nationale Opera. Regie Christof Loy. 6/4, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Te zien t/m 1/5.