Direct naar artikelinhoud
Recensie

Meesterlijke enscenering van Christof Loy brengt antipoden in ‘Tannhäuser’ bij elkaar

Meesterlijke enscenering van Christof Loy brengt antipoden in ‘Tannhäuser’ bij elkaar
Beeld Monika Rittershaus

Opera
De Nationale Opera
Tannhäuser
★★★★☆

Elisabeth en Venus, heilige en hoer. In Wagners ruim drie uur durende ‘Tannhäuser’ komen de twee antipoden elkaar geen moment tegen. Maar bij Christof Loy, wiens meesterlijke enscenering zaterdag bij De Nationale Opera in première ging, ontmoeten de twee elkaar wel. Het is een schitterend moment als zij aan het begin van de derde akte oog in oog staan en elkaar woordloos lijken aan te voelen. Niemand is immers alleen maar heilige of hoer. Loy’s intelligent uitgewerkte idee levert even later een onwaarschijnlijk ontroerende scène op, die nog lang op het netvlies ­gebrand zal blijven staan.

Tann­häuser komt tenminste eerlijk uit voor zijn tegenstrijdige gevoelens van lust en liefde, de anderen gedragen zich volslagen hypocriet

In haar witte bontmantel zit Venus stil en triest, met gebogen hoofd achter de piano terwijl Elisabeth een gebed voor haar ‘zondige’ geliefde Tannhäuser zingt. Als Elisabeth daarna sterft, bedekt Venus de dode liefdevol met haar mantel. Daarna zingt Wolfram speciaal voor Venus ‘O du, mein holder Abendstern’, immers de heldere planeet die wij avondster noemen. Venus en Elisabeth zijn in Loy’s visie betere wezens dan al die hypocriete mannen die de opera bevolken, Tann­häuser zelf uitgezonderd. Die laatste komt tenminste eerlijk uit voor zijn tegenstrijdige gevoelens van lust en liefde, de anderen gedragen zich volslagen hypocriet. Het ene moment verkrachten ze kleine balletmeisjes, dan weer zingen ze vrome pelgrimsliederen, of verschuilen ze hun dubbelleven achter een fatsoenlijke façade. Zelfs voor de ‘nobele’ Wolfram krimpt een balletmeisje ineen als ze hem ziet.

Hemel en hel ineen

Loy werkt een en ander met meesterhand uit. Links in het decor is een gang naar iets wat wij als publiek niet kunnen zien. Uit die onzichtbare ruimte blijken zowel heil als verderf te komen. Het schitterende eenheidsdecor wordt zo hemel en hel ineen. De opera begint met een bacchanaal en dat is nu eens niet een tenenkrommend ­gebeuren, maar een weerzinwekkende, orgiastische én geile mengeling van dans en theater. Loy deed de bewonderenswaardige choreografie hiervoor zelf. En met kleine, liefdevolle details karakteriseert hij Elisabeth meteen al bij haar opkomst (op blote voeten) als een ­sensuele vrouw.

In de bak zit ondertussen het Nederlands Philharmonisch Orkest, ons meest ervaren Wagner-orkest. En dat hoor je! Marc Albrecht laat zijn musici Wagner spelen alsof ze nooit anders doen. Albrecht, orkest en het fenomenaal zingende Koor van De Nationale Opera vormen de ‘heilige’ drie-eenheid van deze avond en worden heel terecht luid toegejuicht. Ook Svetlana Aksenova (een prachtig heldere Elisabeth), Ekaterina Gubanova (wellustig én ontroerend als Venus), Stephen Milling (rotsvast als Landgraf) en Björn Bürger (een uitstekende Wolfram) delen in die jubel. Alleen Daniel Kirch (Tannhäuser) heeft met een wat stroef klinkende stem meer moeite te overtuigen. Maar laten we niet vergeten dat de allereerste Tannhäuser zich in 1845 ook al helemaal schor zong.

Nog zeven keer t/m 1 mei. www.dno.nl

Een overzicht van de nieuwste recensies van pop, klassiek, wereldmuziek en optredens vindt u hier.

Lees ook: 

Tannhäuser: Wagners meest persoonlijke opera

Bij De Nationale Opera ensceneert Christof Loy ‘Tannhäuser’, waarin de titelheld niet kan kiezen tussen Venus (de hoer) en Elisabeth (de heilige). Volgens de regisseur is het Wagners meest persoonlijke opera: ‘Hij worstelde zelf ook met liefde en lust.’