Direct naar artikelinhoud
recensieopera fantasio

Benjamin Prins ensceneert Fantasio als een van de tijd losgezongen kijkfeest: ★★★☆☆

De zangers zijn goed opgewassen tegen Offenbachs beweeglijke noten.

Offenbachs Fantasio in de regie van Benjamin Prins.Beeld Joost Milde

Fantasio

★★★☆☆ voor de regie 

★★★★☆ voor de muziek 

Van Jacques Offenbach. Regie Benjamin Prins.

Door solisten, Philharmonie Zuidnederland en Theaterkoor Opera Zuid o.l.v. Enrico Delamboye. Kostuum en toneelbeeld Lola Kirchner. Choreografie Dunja Jocic. 

19/5, Parktheater, Eindhoven. Tournee t/m 30/6.

Je kunt er maar beter om lachen. Die boodschap staat met onzichtbare letters geschreven boven de opera’s van de Duits-Franse componist Jacques Offenbach (1819-1880). Lach om de macht, lach om je pech, lach om de dood. Vlecht door die vrolijkheid een prille liefde en je hebt Offenbachs herontdekte opera Fantasio. Jaren na de première in 1872 ging de muziek in vlammen op. Een speurneus reconstrueerde de opera in 2000. En nu krijgt het stuk zijn Nederlandse vuurdoop van ’s lands kleinste professionele operaclub.

Bravo alvast voor Opera Zuid, het gezelschap dat overleeft op karige subsidie. En bravo voor Enrico Delamboye, de Nederlandse dirigent die heerst over het operahuis van de Duitse stad Koblenz, maar die aan deze kant van de grens zelden te horen is. Door het Eindhovense Parktheater, met Philharmonie Zuidnederland in de orkestbak, zweven aria’s en walsjes die zich vastzuigen aan het oor.

Ze komen aanwaaien uit München, de hofstad waar student Henri, bijgenaamd Fantasio, een sloeberleven leidt. Met een list geeft hij zijn schuldeisers het nakijken. Fantasio stapt in de kleren van de zojuist gestorven Beierse hofnar. Met zotskap en nepbochel maakt hij aanspraak op bed, bad en brood, plus de bonus van de niet onaantrekkelijke prinses Elsbeth. Helaas is deze 16-jarige uitgehuwelijkt aan de kwallerige vorst van Mantua.

Met de schamele plot kan de Franse regisseur Benjamin Prins wel uit de voeten. Hij ensceneert Fantasio als een van de tijd losgezongen kijkfeest. Romeinse legionairs stuiten op anarchopunkers, jarendertiggepeupel belaagt adel in barokke plunje. Mooie geste, om de uitzinnige kostuums van Lola Kirchner en de jonge ontwerpers van Fashionclash bij het slotapplaus een parade te gunnen op discobeat.

Meer weerstand ondervindt regisseur Prins van de gesproken dialogen, een vast trekje van 19de-eeuwse komische opera’s. Aan de Franse teksten heeft Prins lustig herschreven. Een woordspeling op z’n tijd houdt de glimlach erin (‘Dostojevs-qui? Ah, Dostojevski!’). Het identiteitsgevoelige heden krijgt een knipoog (‘Ik is een illusie’). Maar hoog, helaas, is het Louis-de-Funèsgehalte van gesproken scènes tussen de verwijfde vorst van Mantua en zijn kolderieke adjudant Marinoni.

Tegen Offenbachs beweeglijke noten zijn de solo- en koorzangers uitstekend opgewassen. Voorop sopraan Anna Emelianova, de in Maastricht geschoolde Russin die prinses Elsbeth secuur uittekent, half bakvis, half jonge vrouw. Romie Estèves, de Franse mezzo, stopt ziel en zaligheid in de travestierol van Fantasio. Een handvol Nederlanders volgt op de voet,  van Huub Claessens tot Roger Smeets en Francis van Broekhuizen (als komische page-verpleegster).

Onthoud: de middelvingers die de machthebbers van Beieren en Mantua te zien krijgen als ze elkaar de oorlog verklaren. Zoek het lekker zelf uit, lacht het volk.