Terug naar de krant

Operachef Viotti debuteert in geweldig gezongen en geregisseerd ‘Pagliacci/Cavalleria Rusticana’

Leeslijst recensie Klassieke muziek

Eigenlijk start hij pas over twee jaar. Maar als invaller maakt de nieuwe opera-chef Lorenzo Viotti nu al een veelbelovend debuut in een intelligente en meeslepende productie van ‘Pagliacci/Cavalleria Rusticana’

Leeslijst

Opera

Pagliacci / Cavalleria Rusticana door De Nationale Opera / Ned. Philharmonisch Orkest o.l.v. Lorenzo Viotti. Regie: Robert Carsen. Gezien: 5/9. Aldaar t/m 28/9. Trailer:https://nrch.nl/7cve

Om drie redenen mag al wie van opera houdt of er nog mee moet kennismaken de seizoensopening van De Nationale Opera niet missen.

Reden één: de Georgische mezzosopraan Anita Rachvelishvili zingt de rol van Santuzza, en Rachvelishvili is een natuurfenomeen. Een stem als de hare – warm, lenig, natuurlijk en krachtig als een tornado – hoor je hoogst zelden; erdoor meegesleept worden is een sensatie. Terwijl zij in Cavalleria Rusticana om liefde smeekt, denk je terug aan situaties waarin je je zelf bedrogen voelde. Je schiet vol. Het is over the top, groter dan het leven zelf, verrukkelijk. Opera in een notendop.

Reden twee en drie zijn minder gezwollen, maar net zo valide. Regisseur Robert Carsen is een meester in zijn vak, met intelligentie en eenvoud als handelsmerk. Zijn Puccini’s voor de Vlaamse Opera gelden met reden als legendarisch, net als zijn Amsterdamse Dialogues des Carmélites.

In Pagliacci / Cavalleria Rusticana bewijst Carsen zich opnieuw met een sterk concept, fraaie beelden en details die de onderlinge verhoudingen direct op scherp zetten. Een overspelige man in actie zien is één, kan gebeuren, zeker in de opera. Maar zien hoe Turridu de mantel van Santuzza achteloos wegwerpt terwijl hij het hippe jackje van grote liefde Lola met veel zorg ophangt, dat schuurt.

Antenne voor drama

Reden drie: deze productie markeert als daadkrachtige inval-actie het debuut van de toekomstige NedPhO- en operachef-dirigent Lorenzo Viotti (29), die door zijn kalme, exacte slag en subtiele antenne voor drama alle hoop geeft voor een mooie toekomst met - nieuw voor DNO - meer Italiaanse opera. Dat je soms naar een handje meer peper of een wolkje meer onderbuikstuwing verlangt, mag bij een enerverende gelegenheid als een haastig georganiseerd voorproef-debuut geen bedenking zijn. Belangrijker is dat je het enthousiasme van het Nederlands Philharmonisch Orkest in beide operaatjes hoort en voelt, en aan Viotti ziet hoe hij zijn aandacht vaardig over bak en bühne verdeelt. Je krijgt zin volgende maand naar Frankfurt af te reizen, waar hij Manon Lescaut dirigeert, de productie waarvoor hij nu tussen de Amsterdamse voorstellingen door (in drie ervan vervangen door assistent Aldert Vermuelen) repeteert. Of naar Milaan, waar hij aan La Scala later dit seizoen Roméo et Juliette leidt. Of naar Parijs, voor La bohème, volgende zomer. Om maar aan te geven: DNO was er voor het binnenhalen van Viotti maar net op tijd bij.

Lees ook ‘Wij dirigenten hebben ideeën, maar we blijven dienaren’
Lorenzo Viotti: ‘Wij dirigenten hebben ideeën, maar we blijven dienaren’

Lachen om andermans pijn

Hoe beroemd ook, de laatste productie van Pagliacci / Cavalleria Rusticana bij DNO dateert alweer uit 2006. Carsens Pagliacci is van vanzelfsprekende eenvoud. De plot (overspelige acteurs ervaren tot in de dood hoe leven en theater in elkaar doorlekken) vangt hij in een voortdurend doorbreken van de „vierde wand”. Achter de bühne verrijst Droste-achtig een tweede bühne, die later omklapt tot een backstage situatie. Het dankzij dirigent Ching-Lien Wu geweldige operakoor blijkt in de zaal te zitten, het Nieuw Amsterdams Kinderkoor stormt het podium op door de gangen. Als Pagliacci (indrukwekkende Brandon Jovanovich) zijn aria Vesti la giubba zingt, maakt zijn raak getimede clownsgrimas dat je tot je eigen gêne precies doet wat hij net voorspelde: lachen en klappen om iemand die zijn zielenpijn uitzingt.

Ook Cavalleria Rusticana speelt hier in het backstage van een theater, waardoor alle Siciliaanse en religieuze couleur locale ontbreekt.

Je taalt er niet naar: de aandacht gaat direct uit naar de plot, die naast de alles verzengende Rachvelishvili wordt gedragen door een reeks imposante reeks DNO-debutanten, onder wie tenor Brian Jagde (Turridu) en mezzo Rihab Chaieb als charismatische Lola.

Knap hoe Carsen zo de twee operaatjes in omgekeerde volgorde organisch samenbindt tot één geheel, gecomponeerd op de maat van „echte tranen en snikken”.

Correctie 8-9-2019: In een eerdere versie van dit artikel stond de naam van Brandon Jovanovich gespeld als Brandon Jovanich. Dat is in deze versie aangepast.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 9 september 2019.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in