Direct naar artikelinhoud
RecensieDie Walküre

Een grillig weerzien met ‘Die Walküre’

Eva-Maria Westbroek als Sieglinde in Wagners ‘Die Walküre’ bij De Nationale Opera.Beeld Ruth Walz/DNO

Opera
De Nationale Opera
Die Walküre
★★★★☆

Velen hadden er reikhalzend naar uitgekeken, de allerlaatste reprise van Wagners ‘Die Walküre’ in Pierre Audi’s magistrale enscenering uit 1998. Nog eenmaal de ogen laven aan dat immense houten decor van George Tsypin dat in het auditorium lijkt te zijn gekatapulteerd. Nog eenmaal verwonderd kijken naar al die mensen die boven het podium hangen in de adventure seats. Nog eenmaal je midden in dit fantastische en tijdloze universum wanen, waarin het orkest niet weggemoffeld is, zoals Wagner wenste, maar juist pontificaal op de bühne zit.

Die Walküre was onderdeel van de eerste in Nederland gemaakte enscenering van ‘Der Ring des Nibelungen’. In juni 1999 ging die in première, nadat de vier opera’s in de jaren ervóór eerst afzonderlijk te zien waren. De Ring-cyclus, die internationale faam verwierf, kwam in 2005 en 2014 terug. Daarna werden de gigantische decors vernietigd, alleen dat van Die Walküre bleef gespaard. Na deze reeks uitvoeringen, waarin Eva-Maria Westbroek eindelijk haar Sieglinde in Nederland kan laten horen, gaat het Walküre-decor de houtversnipperaar in.

Nog steeds ijzersterk

Twintig jaar na de onthulling van deze enscenering blijkt de mythische wereld die Audi en Tsypin, in geniale samenwerking met belichter Wolfgang Göbbel, ons voortoverden nog steeds ijzersterk te werken. Al die inmiddels iconische beelden hebben zich op het netvlies geëtst. Als dierbare, oude vrienden waren ze daar weer, en je hoorde de opwinding in de zaal toen tussen de jaarringen van die enorme doorgezaagde essestam het vuur tijdens de Walkürenrit weer oplaaide.

Maar zoals de beelden op het netvlies stonden, waarde ook de herinnering aan de orkestklanken nog ergens op het trommelvlies rond. In alle uitvoeringen van deze ‘Ring’, van de complete cycli, maar ook van de vier losse titels, is Hartmut Haenchen steeds de dirigent geweest. Voor het eerst was hij er niet bij. Werd hij gemist? Zeker.

De interpretatie van Marc Albrecht was zaterdag losser en langzamer, niet zo verbeten en kolkend als die van Haenchen. Laat staan dat die het withete karakter benaderde van Jaap van Zwedens visie, twee weken geleden in het Concertgebouw. Er waren wat vreemde ontsporingen bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, en soms leek de urgentie zoek.

Die urgentie had Westbroek in overvloed. De rol van Sieglinde lijkt voor haar geschreven. Haar laaiende expressie stuurde bij alle climaxen in haar interpretatie rillingen van genot door de zaal. ­Stephen Milling (Hunding) en Okka von der Damerau (Fricka) waren ook uitstekend, net als de opvallend lyrisch zingende Michael König (Siegmund).

Martina Serafin zong Brünnhilde voor het eerst, maar kon haar mooie middenregister niet genoeg mee de hoogte in krijgen. Daar klonk haar stem te scherp en te schel. Pas in de derde akte, in haar pleidooi bij Wotan, mengde haar stem mooi met de klagelijke hobo’s. Iain Paterson (Wotan) straalde autoriteit uit, maar heel persoonlijk was zijn interpretatie niet, en aan het slot leek de energie uit zijn stem verdwenen.

Muzikaal dus wat gemengde gevoelens, maar het geheel groeit vast nog door. Trommel- en netvlies vielen in elk geval perfect samen bij de stampende rit van de acht prima zingende Walküren in hun prachtige uitdossing. Nog zo’n beeld om nooit te vergeten.

Nog te zien t/m 8/12. www.dno.nl

Lees ook:

Eva-Maria Westbroek zingt haar glansrol voor het eerst in Nederland: Sieglinde komt thuis

Over de hele wereld, van Bayreuth tot New York, zong Eva-Maria Westbroek de rol van Sieglinde in ‘Die Walküre’. En nu is ze in haar paraderol eindelijk in Nederland te bewonderen. In de legendarische enscenering van Pierre Audi.