Operarecensie

Laurent Pelly laat Cenerentola dagdromen

De Nationale Opera brengt als eindejaarproductie een opera voor het hele gezin: Assepoester. Rossini’s La Cenerentola is echter niet het ‘echte’ sprookje, maar een verhaal over gewone mensen in een vergelijkbare situatie, zonder getover met koetsen en jurken. Regisseur Laurent Pelly laat niet na dat te benadrukken in zijn enscenering.

Angelina (Isabel Leonard) begint en eindigt als inwonende, onbetaalde dienstmeid, maar toch heeft ze even hoop op een beter leven gekoesterd. (© DNO 2019 / foto Matthias Baus)

Angelina leeft als huissloof bij haar stiefvader en twee jongere halfzusjes, die haar voortdurend terroriseren en uitbuiten. Haar stiefvader heeft de erfenis van haar overleden moeder aan die twee kleine secreten gespendeerd. Voor Angelina, beter bekend onder haar bijnaam Cenerentola, biedt het leven weinig hoop op verbetering. Maar je kunt er natuurlijk wel over fantaseren.

Haar lijflied ‘Una volta c’era un re’ gaat over een koning die op zoek is naar een bruid en kiest voor onschuld en goedheid in plaats van hoogmoed en schoonheid. Ze zingt het tot vervelens toe, vinden haar halfzusjes. Maar voor Angelina is het de aanleiding om haar bestaan als achtergesteld familielid in een dagdroom te ontvluchten. En daarin loopt alles natuurlijk precies zoals ze zich dat zou wensen.

Alidoro, de voormalige leraar van prins Ramiro, is degene die het verhaal stuurt. Hij probeert Angelina te overreden naar het feest van de prins te gaan, tegen de uitdrukkelijke zin van haar stiefvader. Als ze aarzelt stelt hij: “Laat je door de droom verleiden.” En dat is exact wat er gaande is. Die mooie jurk kan ze er zelf wel bij fantaseren.

Aan alles komt een einde. Als Angelina uit haar dagdroom opschrikt, staat ze nog steeds gewoon met een zwabber in haar hand, gekleed in weinig flatteuze kleren. De inwonende, onbetaalde dienstmeid. Maar even heeft ze hoop op een beter leven gekoesterd en dat maakt het geheel toch ook weer een beetje sprookjesachtig.

Lawrence Brownlee (Don Ramiro) straalde een ongelofelijke zekerheid uit in zijn optreden. (© DNO 2019 / Matthias Baus)

Regisseur Laurent Pelly en zijn team maken gebruik van verrijdbare zetstukken, waarop meubelstukken en andere huisraad een sjofele huishouding suggereren. Don Magnifico is een exponent van de verarmde adel. Een huwelijk van zijn dochters met een goede partij is voor hem een absolute noodzaak. Vandaar ook zijn grimmige optreden naar Angelina als die de aandacht van die twee jonge meiden dreigt af te leiden.

Rozerood is de overheersende kleur in de kleding en in de incidenteel neergelaten sprookjesattributen, zoals een bordpapieren roze koets. Suikerzoet allemaal, maar in de dialogen druipt het venijn er zo nu en dan van af. Alleen Angelina draagt normale kleuren, ook wanneer ze als een gesluierde koningin haar opwachting maakt. De transformatie is perfect; in woord, gebaar en uiterlijk.

De twee zusjes Clorinda en Tisbe werden vertolkt door respectievelijk Julietta Aleksanyan en Polly Leech, beiden lid van De Nationale Opera Studio. Aleksanyan was eerder te zien als Ein junger Hirt in Tannhäuser en Leech gaf een mooi optreden als Abra in Juditha Triumphans. In La Cenerentola kon het tweetal zich geweldig uitleven als krengerige verwende nesten, die feitelijk de rol van de boze stiefmoeder uit het sprookje overnemen. Vocaal uitstekend verzorgd en acterend een feestje om naar te kijken.

Bas Roberto Tagliavini zette een welluidende, vaderlijke Alidoro neer, terwijl bariton Alessio Arduini zich volledig liet gaan in de komische rol van Dandini. Zijn werkgever maant hem voortdurend niet zo te overdrijven, maar hij wil zijn moment of glory – wanneer is de kamerdienaar nu een prins? – zo veel mogelijk uitbuiten en alles gaat daarvoor uit de kast, ook vocaal. Geweldig optreden.

Dat gold ook voor de Don Magnifico van Nicola Alaimo, die zeer vertrouwd is met deze bufforol. Goed beschouwd draait het bij de vocale acrobatiek die Rossini’s werk zo kenmerkt om een coloratuursopraan en een tenor, waarin de buffobas of -bariton het tegenspel biedt. De rest van de cast is variabel. Alaimo’s optreden liet niets te wensen over.

De uitstekende cast van La Cenerentola, met in het midden Isabel Leonard als Angelina. (© DNO 2019 / foto Matthias Baus)

Van Lawrence Brownlee als Don Ramiro had ik natuurlijk niets anders dan het allerbeste verwacht. Hij was eerder in 2012 te gast bij DNO in Il turco in Italia en recent hoorde ik hem in I puritani in Luik. De man straalt een zekerheid uit in zijn optreden die alleen maar kan voortkomen uit de ervaring dat alles altijd goed gaat. Zodra hij begint te zingen, loopt het vanzelf, zo lijkt het. Een sympathieke tenor, voor wie de muzikale stratosfeer als een huiskamer is.

De titelrol was in handen van Isabel Leonard, de mezzo die Brownlee in internationale faam naar de kroon steekt. Recent zag ik haar tweemaal in de bioscoop, live vanuit de Metropolitan Opera. Eerst als Marnie en later nog als Blanche in Dialogues des Carmélites. In een interview gaf ze aan dat het na het vertolken van deze messed up personages een verademing was om weer eens een luchtige rol te zingen.

Leonard wist acterend het beeld op te roepen van een wat secundair reagerend type, dat voortdurend verrast wordt door wat er om haar heen gebeurt. Always the last to know. Ze deed me in dat opzicht denken aan Grace in de tv-serie Will and Grace. Aanvankelijk kon ze me niet geheel overtuigen door een gebrek aan volume in het lage middenregister. Tegelijkertijd veel heen en weer rennen, coloraturen ten beste geven en volume produceren was net iets te veel gevraagd, zo leek het. Later werd dat beter en met name in de hoogte wist Leonard haar reputatie als belcantozangeres prima waar te maken. Neemt niet weg dat ik de voorkeur blijf geven aan die messed up personages, maar dat heeft ook te maken met Rossini, niet mijn favoriete componist.

Het mannenkoor van DNO excelleerde als hilarische zingende figuratie en Daniele Rustioni gaf enthousiast leiding aan een prima spelend Nederlands Kamerorkest.

Een mooie eindejaarproductie. Neem je kinderen mee! In dat opzicht was een eerder aanvangstijdstip niet onlogisch geweest. Op dat punt goed plannen lijkt een hardnekkig probleem bij DNO.

La Cenerentola is nog tot en met 28 december te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Isabel Leonard: “Angelina personifieert hoop”

Volgend artikel

Beekman viert verjaardag Les Arts Florissants

De auteur

Peter Franken

Peter Franken