Direct naar artikelinhoud

Die sieben Todsünden wordt iets te deftig gebracht ★★★☆☆

Voor een anti-kapitalistisch stuk met wortels in het Berlijnse cabaret zijn de foxtrots te braaf. Maar het camerawerk was uitstekend bij de opening van het Opera Forward Festival.

Eva Maria Westbroek en Anna Drijver vertolken de rol van Anna.Beeld Sanne Peper

Het Opera Forward Festival van De Nationale Opera (DNO) was in maart vorig jaar een van de eerste culturele slachtoffers van corona. De componist Kurt Weill zou worden gevierd, 120 jaar na zijn geboorte. Met een jaar vertraging heeft DNO Die sieben Todsünden donderdag uitgezonden, op de eerste avond van de vierdaagse online festivaleditie.

Weills ballet chanté (gezongen ballet), zijn laatste samenwerking met de marxistische toneelschrijver Bertolt Brecht, verhaalt over de reis van de pragmatische Anna I – een gezongen rol – en de idealistische Anna II, gespeeld door een danseres of een actrice, door zeven Amerikaanse steden volgens het katholieke schema van de zeven hoofdzonden: hebzucht, luiheid, enzovoort. Ze zijn in feite twee kanten van dezelfde vrouw, een dochter uit een arm gezin.

Als danseres en professionele maîtresse bekostigt Anna een nieuw huis voor haar moeder en broers, die worden gezongen door een mannenkwartet. Zij volgen haar op afstand en versturen vermaningen vanuit Louisiana. Voortdurend in strijd met zichzelf ontdekt Anna dat deugdzaamheid, integriteit en zelfs liefde luxeartikelen zijn, voorbehouden aan bemiddelde mensen. Na zeven jaar mag ze naar huis, een psychisch wrak geworden.

Marieke Lucas Rijneveld leidde de eenmalige live-uitvoering van Die sieben Todsünden in met een gedicht dat oppert dat de hoofdzonden een wezenlijk deel van het menselijk bestaan zijn. Voor en na konden de bijna 5400 virtuele bezoekers live discussies volgen en reeds opgenomen lezingen en optredens bekijken, waaronder zeven spokenwordartiesten over het begrip zondigen.

Anna Drijver in Die sieben TodsündenBeeld Sanne Peper

Regisseur Ola Mafaalani liet Brechts aanklacht tegen de kapitalistische moloch liggen en richtte zich op Anna’s psychologische gesteldheid. De worsteling tussen haar twee helften, sopraan Eva-Maria Westbroek en actrice Anna Drijver, werd door uitstekend camerawerk zeer effectief afgebeeld. De productie werd nadrukkelijk ontworpen voor het scherm en niet voor de zaal van De Nationale Opera.

Ondanks het decor – een achterdoek dat ter plekke werd beschilderd – was het een semi-enscenering. En meer dan de kleurige kostuums en de camerabewegingen was er ook niet nodig, want zowel Westbroek als Drijver leverden krachtige acteerprestaties. Het mannenkwartet was ook sterk, schijnvroom in de quasidroevige koralen en bedreigend in de prekerige close-ups: ‘Ledigheid is des duivels oorkussen!’

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Erik Nielsen speelde mooi, maar te deftig voor een stuk met wortels in het Berlijnse cabaret. Walsen en foxtrots klonken te braaf, sjouwende ritmes misten spot. Door de symfonische benadering, samen met Westbroeks operastem (Anna I werd geschreven voor Lotte Lenya, die niet klassiek geschoold was), klonken veel passages te zwaar.

Die sieben Todsünden

Opera

★★★☆☆

Met o.a. Eva-Maria Westbroek en Anna Drijver.

18/3, online vanuit Nationale Opera & Ballet, Amsterdam.

Het online festival duurt t/m 21/3 en is te volgen op operaballet.nl. De stream van Die sieben Todsünden wordt herhaald op 21/3 om 17.00 uur.