FeaturedOperarecensie

Pretty Yende en Vladimir Stoyanov in ontroerende Traviata

Het Royal Opera House Covent Garden presenteerde Giuseppe Verdi’s La Traviata op 13 april live in meer dan 800 bioscopen in 19 landen. Ik zag de uitvoering in een stampvolle zaal van De Filmhallen in Amsterdam.

Pretty Yende als Violetta Valéry in La Traviata . Foto: ©Tristan Kenton ROH

Toneelregisseur Richard Eyre werd in 1994 benaderd door de toenmalige muziekdirecteur van Covent Garden, Sir Georg Solti. Hij wilde al heel lang dat Eyre een opera zou regisseren, maar die had tot dan toe geweigerd. Solti haalde hem over met het argument dat hijzelf nog nooit La Traviata had gedirigeerd en hij verwachtte dat ze er samen wel iets moois van zouden maken. Op de vraag wat Solti van de enscenering verwachtte, antwoordde Solti: ‘Big frocks’ oftewel grote kostuums. En die kreeg hij, evenals indrukwekkende decors van de hand van ontwerper Bob Crowley, die de opera plaatste in het Parijs van de late 19de eeuw. Daarmee vervulde hij ook min of meer de wens van Verdi zelf, die voor de première in het Teatro la Fenice in Venetië in 1853, tevergeefs gepleit had voor ‘eigentijdse kostuums en decors’.

Richard Eyre’s productie met kostuums en decors van Bob Crowly. © ROH

Bijna dertig jaar na de eerste serie succesvolle voorstellingen in 1994, die destijds Angela Gheorghiu’s carrière in een stroomversnelling bracht, is de productie van Richard Eyre nog steeds een favoriet van het Royal Opera House en elke keer als ik La traviata in het theater in Londen, of vanuit Londen in een bioscoop zie, voelt de productie niet gedateerd. Het succes van de productie staat of valt wel met de cast en die was op 13 april voor een groot deel overtuigend en mooi.

Na het intieme voorspel, waarbij portretten van een ‘echte’ Parijse jonge courtisane getoond worden op het voordoek, opent het doek en zijn we in de opulente salon van Violetta Valéry (de Zuid-Afrikaanse sopraan Pretty Yende), de gevierde courtisane en gastvrouw van één van haar befaamde bruisende feesten. Violetta heeft een schaar aan mannelijke aanbidders, zij het dat het wel altijd om betaalde liefde gaat. Met de introductie van Alfredo Germont (de Amerikaanse tenor Stephen Costello) komt daar verandering in. De jongeman van goede, zij het Provençaalse-, komaf, zegt al meer dan een jaar zijn hart aan Violetta verloren te hebben. Zij gelooft daar niets van, maar hij probeert haar van zijn echte gevoelens te overtuigen.

Pretty-Yende als Violetta Valéry in La Traviata. Foto: ROH©-Tristram-Kenton

Als de gasten het feest verlaten hebben, beschrijft Violetta haar gevoelens in de beroemde scène ‘E strano’, die een echt vehikel is voor elke ster-sopraan. In het eerste aria-deel van de scène, ‘Ah fors’ è lui’, liet Pretty Yende haar pure stemschoonheid horen en haar vermogen de innerlijke twijfels van Violetta geloofwaardig te maken. In het tweede, virtuoze deel ‘Sempre libera’ sprankelden haar coloraturen als de parels en flonkerende edelstenen om haar nek en Yende werd terecht beloond met een ovatie toen haar slot hoge Es nog niet een was uitgeklonken.

Stephen Costello als Alfredo in de tweede akte van La Traviata Foto:©Tristram Kenton

In de tweede akte zien we dat Violetta en Alfredo hun intrek in een landhuis buiten Parijs hebben genomen en daar leven ze als een jong verliefd stel. In Richard Eyre’s productie zien we een enorme tafel, stalenboeken voor behang en gordijnen, schilderijen die nog moeten worden opgehangen en het is duidelijk een woning in wording. Het paar is echt een nieuw leven aan het opzetten en het kalme landelijke bestaan doet ze goed. Ook de slechte gezondheid van Violetta lijkt aan de beterende hand te zijn. Alfredo kan zijn geluk niet op. Zijn aria ‘De’ miei bollenti spiriti’ en de bijbehorende cabaletta (O mio rimorso’) inclusief hoge C, zong Costello met forse, mooie klank en enthousiasme, maar ook wel een beetje één-dimensionaal.

Spanning

Om financieel onafhankelijk te blijven, verkoopt Violetta al haar Parijse bezittingen, tegen de wil van Alfredo, die dan ook naar de stad afreist om de verkoop ongedaan te maken. Alleen in haar huis, krijgt Violetta bezoek van Alfredo’s vader (de op het laatste moment ingesprongen bariton Vladimir Stoyanov, die de zieke Dimtri Platanias verving). De oude vader, voortreffelijk en vol stemschoonheid en elegante frasering gezongen door Stoyanov, eist dat Violetta Alfredo opgeeft om daarmee een schandaal te voorkomen en zijn dochters huwelijk in de kleinburgerlijke Provençaalse society mogelijk te maken. Na veel aandringen van zijn kant en de uitdrukkelijke wens van Violetta zelf, dat Alfredo ooit de waarheid over haar beslissing zal horen, stem ze toe.  Ze bekent dat ze stervende is, maar vader Germont is niet bij machte echte compassie te tonen en laat het bij halfslachtige troostende woorden. De scène wordt prachtig gezongen en gespeeld er is een mooie geconcentreerde spanning tussen de twee zangers.

Als Alfredo terugkomt, betrapt hij Violetta die een afscheidsbrief aan het schrijven. Verdi creëert één van zijn meest intense en ontroerende scènes als Violetta haast overmand door emoties en volledig desperaat, Alfredo smeekt eeuwig van haar te zullen houden. Yende is werkelijk diep ontroerend in deze scène, die ze helaas alleen moet dragen. Stephen Costello is geen begenadigd acteur om het mild te zeggen en zoekt constant oogcontact met dirigent Giacomo Sagripanti en vermijdt daardoor, bewust of onbewust, elk oogcontact met Yende. Vocaal is er weinig op Costello aan te merken maar een geloofwaardige Alfredo wordt hij gedurende de opera niet of nauwelijks.

Overtuiging

Ook in de scène die volgt op het dramatische vertrek van Violetta, waarin vader Germont terugkeert, lukt het Costello niet om zijn emoties overtuigend neer te zetten, terwijl Stoyanov wederom getuigt van groot vocaal, muzikaal en theatraal talent. De zanger overtuigt als de autoritaire, maar toch ook kwetsbare vader door genuanceerd en met een rijk palet aan kleuren zowel in de scène, als in de beroemde aria ‘Di provenza il mar i suol’ met naadloos legato en ware fraseringskunst te zingen, wat hem terecht een open doekje oplevert.

Spaanse taferelen op het feest van Flora in de derde akte van La Traviata Foto:©Tristram Kenton

In de derde akte zien we hoe Alfredo vermoedt dat Violetta haar oude leven als courtisane aan de zijde van Baron Douphol (een niet bijster opvallende Germán Enrique Alcántara) weer heeft opgepakt en maakt een onaangekondigd entree op het gokfestijn van Flora (goed gespeeld en gezongen door Angela Simkin). Spaanse dansers zorgen voor een nog (rood)gloeiender atmosfeer dan die door het decor al gecreëerd was. Inderdaad is Violetta op het feest met de Baron en al snel dagen de rivalen elkaar uit. Alfredo verslaat de Baron op de goktafel, maar Violetta vreest dat er meer op het spel staat. Ze waarschuwt Alfredo, maar als hij haar onder druk laat zeggen dat ze van de Baron houdt, ontploft de jonge dwaas.

Ten overstaan van alle gasten smijt Alfredo zijn gokwinst naar Violetta als bewijs dat hij haar betaald heeft. Geschokt wenden de gasten zich af van Alfredo en ook vader Germont veroordeelt zijn zoon voor zijn onacceptabele belediging aan het adres van Violetta. Het schitterende muzikale ensemble dat volgt, omlijst het hartverscheurende verdriet van Violetta en ook hierin laat Pretty Yende zien en horen dat ze een echte ster- Violetta is.

De akte eindigt met een wat gekunsteld tableau vivant, maar misschien symboliseert dit beeld het afscheid van het luxe, mondaine bestaan van Violetta. De tijd staat stil en haar leven is eigenlijk al voorbij.

Dramatische dood

De laatste scène begint, net als de hele opera, met een triest, dun en onheilspellend voorspel, dat dirigent Giacomo Sagripanti ook echt mooi laat klinken. In de hele voorstelling koos hij voor nogal extreme tempi die zeker in de eerste akte problemen opleverden voor het koor; ongelijkheden tussen koor en orkest waren regelmatig aan de orde. Dat probleem was er in de derde akte niet meer, maar zijn benadering voelde verre van organisch. Ik vroeg mij af of een productie met minstens drie verschillende vocale bezettingen, voor een gebrek aan repetitietijd met orkest en koor had gezorgd, want in de pauze filmpjes hadden we kunnen zien dat Sagripanti met Pretty Yende wel gedetailleerd had gerepeteerd en dat leverde een mooie, sfeervolle laatste akte op.

Pretty Yende weet de stervende Violetta zó te acteren en te zingen, dat je volledig in haar emoties meegaat; soms berustend, soms met de diepe angst in haar ogen en steeds meegaand in haar pijn, die zeker niet alleen lichamelijk is. De manier waarop zij de brief van vader Germont memoreert en de daaropvolgende aria ‘Addio del passato’ zingt, is verstild en in intriest. Het is een monologue interieur van Violetta waar wij bijna ongevraagd getuige van zijn. Haar lijden zorgt voor tranen bij haar gedienstige Annina (een niet erg helder zingende Kseniia Nikolaieva), maar zeker ook in de ogen van de toeschouwers.

Annina (KseniiaNikolaieva),Violetta (Pretty-Yende), Alfredo (Stephen Costello), en David Shipley( Doctor Grenvil) in de slot scène van La Traviata. Foto:©Tristram Kenton

Als onverwacht haar geliefde Alfredo en diens vader aan haar ziekbed verschijnen, leeft Violetta kortstondig op en Yende speelt die scène met de gefingeerde overtuiging van een wanhopige. Helaas mist de Alfredo van Stephen Costello zelfs in de hereniging met zijn geliefde en het duet ‘Parigi o cara’, inlevingsvermogen en betrokkenheid en door de, voor hem onbarmhartige, close-ups op het grote doek, zien we zijn blik wederom steeds angstig zoeken naar de dirigent. De grote angstige ogen van Pretty Yende die de dood steeds dichterbij voelt komen, zijn des te indrukwekkender.

Als Violetta in de armen van Alfredo sterft, hebben we met Pretty Yende weer een voorstelling van La Traviata gezien van een echte acterende zangeres.  Zij en bariton Vladimir Stoyanov zorgden ervoor dat Verdi’s klassieker in de even zo klassieke enscenering van Richard Eyre, ook in 2022 weer in de harten van het publiek gesloten werd.

Voor wie de live vertoning gemist heeft is er op zondag 17 april een Encore voorstelling in diverse bioscopen.

Vorig artikel

Afscheid Philippe Boesmans in De Munt

Volgend artikel

In de zalen: De Vuurtorenwachter, Das Rheingold, Fidelio en L'Elisir d'amore

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen