Opera

Zwalpende Wagner

‘Te veel! Te veel!’ Het is het eerste wat we van Tannhäuser opvangen. Na een overdosis genot ligt hij uitgeteld in het kreupelhout van de Venusberg. Deze dolende non-conformist en gelukszoeker, volgens regisseur Calixto Bieito een verwarde geest in een verwarrende wereld, staat op het punt om van kamp te veranderen. Hij aarzelt tussen twee polen: de roes of de rede, zich verliezen of zich aanpassen.

Bieito heeft de biotopen scherp in de verf gezet. In de Wartburg – witte, postmoderne architectuur – heerst een nogal fanatiek mannenclubje. Het geweld en de hypocrisie woekeren er onderhuids, als hulpmiddelen in de permanente strijd om de normen en waarden te bewaken. Nogal logisch dat Tannhäuser meteen de regels overtreedt. Hij biecht zijn verblijf bij Venus op, hier getypeerd als een woudvrouw die zweert bij de vrije liefde. Venus staat voor de natuur en de chaos, tegenpolen van orde en starheid.

Maar met dit bundeltje trefwoorden was de inspiratie vrijwel opgebruikt. Deze gestripte Wagner wil straf en uitgesproken zijn, maar blijft hangen bij slappe kost. In de langgerekte scènes blijven veel muzikale voorzetten oningevuld. Ook het koor is weggedrukt. Bieito laat de beeldtaal van middeleeuwse legenden en verhitte religiositeit, inspiratiebron voor deze vroege Wagner, links liggen. Maar hij legt geen ader bloot voor dwingende alternatieven. Ook de schoktherapie waarop zijn reputatie gebouwd is, blijft achterwege. Het leverde hem, o paradox, net boegeroep op.

Venus

In wezen toont Bieito een onttoverde, aan het slot zelfs onttakelde wereld waarin alleen Venus – de liefde, of de natuur zo je wil – overeind kan blijven. Tannhäuser vindt niet de verhoopte verlossing. Finaal bonkt hij met het hoofd tegen de restanten van een al te rigide beschaving. Niet als outcast of trotse rebel is hij hier getypeerd. Wel als een twijfelaar, meer zwalpend dan dolend. De pafferige, nogal pathetische expressie van Burkhard Fritz, een krachtige Duitse heldentenor die zijn roldebuut maakt, helpt daar niet bij. Wat deze Tannhäuser mist, is vechtlust.

Gelukkig zijn er nog de gloedvolle zangprestaties. De grote vrouwenrollen zijn voorbeeldig uitgewerkt. Ze zijn ook veel meer dan Wagneriaanse archetypen. Ausrine Stundyte combineert als Venus voorbeeldig het wulpse en het trotse. Annette Dasch bouwt een karakterrol uit: ze laat Elisabeth vanuit de wereld van het reine hunkeren naar die van de roes. Dirigent Dmitri Jurowski kiest voor een heldere, soepel draaiende muzikale interpretatie waarin hij, veel uitgesprokener dan Bieito, het majestueuze en het grootse toelaat.

TannhäuserOpera Vlaanderen Gezien in Gent op 19/9.Tot 27/9 in Gent, van 4 tot 17/10 in Antwerpen

Aangeboden door onze partners
Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport

Niet te missen