maandag 17 april 2017

Philipp Himmelmann met Tosca in Baden-Baden (****)

Marcelo Alvarez als Cavaradossi © DPA
BRAVE NEW WORLD

Wist u dat Giuseppe Verdi een decisieve rol heeft gespeeld in de genese van Puccini's Tosca? Toen Puccini overwoog om Victorien Sardou's toneelstuk "La Tosca" op muziek te zetten had zijn rivaal Alberto Franchetti reeds een contract op zak van uitgever Ricordi om dezelfde opera te componeren op een libretto van Luigi Illica. Toen Franchetti en Illica in de herfst van 1894 naar Parijs spoorden om er de opera-adaptatie te bespreken met Sardou was ook Verdi in de buurt vanwege de voorbereidingen van de Parijse première van Otello. Toevallig was hij aanwezig op één van die meetings waarbij Illica het libretto voorlas. Verdi zou zo onder de indruk geweest zijn dat hij het libretto uit de handen van Illica rukte en zelf de verzen met bevende stem voorlas. Blijkbaar had hij er zelf wel zin in maar hij vond zichzelf inmiddels te oud om het werk aan te pakken. Twee jaar later zou hij Ricordi op het hart drukken: "Gezegend de componist die zo'n libretto in handen heeft!"

Toen Puccini op de hoogte werd gebracht van Verdi's reactie was hij meer dan ooit vastbesloten om van Tosca zijn project te maken. Ricordi wist maar al te goed wie van beide componisten het beste werk zou afleveren en samen met Illica besloot hij om Franchetti de compositie van Tosca uit het hoofd te praten. Die liet zich in de luren leggen dor hun sluwe argumentatie met betrekking tot de gewelddadigheid en de gewaagdheid van het onderwerp. Het is niet bekend hoe Franchetti reageerde toen hij lucht kreeg van het feit dat Puccini aan Tosca werkte. Wellicht heeft hij een hand gehad in de georganiseerde claque die de première van Madama Butterfly enkele jaren later zou verstoren.

Sardou's melodrama in excelsis waarin politiek, religie, kunst, liefde, sex en sadisme meesterlijk met mekaar verweven zijn, transformeerde in de handen van Illica en Giacosa uiteindelijk in een operalibretto voor Puccini. Sardou zou later beweren dat het libretto superieur was aan zijn toneelstuk. Toen de opera voor het eerst werd opgevoerd in Parijs (1903) nam hij zelfs de leiding van de repetities alsof hij niet enkel de auteur was van het stuk maar ook de componist van de opera.

De kerk van Sant'Andrea della Valle is de eerste van Raimund Bauers scenografische verrassingen ook al oogt ze geheel conventioneel. Cavaradossi verdeelt er zijn aandacht over action painting, fotoshop en fotografie. Het portret van de Maddalena produceert hij op de vloer, naar een voorbeeld op zijn laptop. De koster loopt te koop met zijn pedofiele neigingen. Kristine Opolais speelt Tosca vooral als de glamoureuze femme-objet in vuurrode fladderende gewaden en met een flitsende handtas eerder dan als de passionele geliefde van de kunstenaar.

Vervolgens laat regisseur Philipp Himmelmann Sardou's thriller aanschurken tegen het dystopisch universum van een totalitaire staat. Scarpia, de sadistische politiechef van de royalisten, heeft geen echt politiek profiel. Zijn macht berust op kennis en hij is vooral een voyeur. De halve wereld verschijnt aan hem op de 90 schermen van de videowand in zijn vertrek van het Palazzo Farnese. Rechts zien we nog een zithoek voor het schenken van de Spaanse wijn, links een bureau met een intercomverbinding met Roberti's folterkamer. Later zal hij Tosca in haar meest radeloze momenten bespioneren door de lens van een live-camera. Zijn handlangers zijn als clonen van Karl Lagerfeld.

Ook Tosca participeert in het achtergrondkoor vanuit de aanpalende vertrekken van de koningin. We zien haar in king-size formaat op de videowand verschijnen tijdens één van de spaarzame live-videosequenties. De sterkte van deze productie is zijn exemplarische mix van theater en video: de beelden op de videowand zijn uitstekend gedoseerd, nooit leiden ze af, steeds staan ze ten dienste van de handeling. Beelden van de foltering krijgt Tosca van Scarpia aangeleverd in de vorm van een laptop. We durven vermoeden dat deze met het wlan-netwerk van de folterkamer is verbonden. In de finale van het tweede bedrijf kan de regisseur ons Maria Callas in de legendarische productie van Zeffirelli echter niet doen vergeten.

Ook het herdersjongetje is vocaal en scènisch niet geheel overtuigend, de Berliner Philharmoniker des te meer. "E lucevan le stelle" wordt gehouden voor gesloten doek, een prachtige blauwgrijze wand die langzaam naar beneden is gezakt. Wenzel Fuchs neemt de inleidende klarinetpartij zodanig terug dat het bijna pijnlijk wordt. Het wordt de grandioze introductie tot Alvarez indrukwekkende solomoment.
In het finale duet staan de geliefden meters uit mekaar om in de slotmaten terug aansluiting te vinden. Zijn de geliefden van mekaar vervreemd door de totalitaire staat zoals Himmelmann beweert? Zeer indringend is de finale waarbij Cavaradossi voor het oog van de camera met een spuit wordt afgemaakt. Tosca zal kiezen voor hetzelfde lot.

Kristine Opolais, de koelste onder de topdiva's, maakt aanvankelijk niet zo'n goede beurt. In het borstregister verliest de stem aan definitie. Beter is het tweede bedrijf waar de tessituur van de rol haar beter ligt maar een echt hoogtepunt weet ze met haar slanke, eerder koele sopraan niet te maken van haar showstopper "Vissi d'arte". Is Opolais niet te vroeg overgeschakeld naar het dramatische repertoire?

Marcelo Alvarez van zijn kant demonstreerde dan weer waarom hij één van de beste tenoren is in het Italiaanse vak: mooi licht baritonaal timbre, zangcultuur en legato, een projectie als een trompet. Met "Vittoria! Vittoria!" kan hij zijn republikeins-politieke inborst heroïsch in de verf zetten maar met de wijze waarop hij "La vita mi costasse, vi salvero" in de zaal slingert is hij nog overtuigender. "E lucevan le stelle" is quasi perfect en met alle dynamische nuances het vocale hoogtepunt van de avond. Jammer dat hij zijn conventionele gebaren niet meer in toom kan houden.

Niemand nuanceert de partij van Scarpia zoals Tito Gobbi dat ooit deed maar Marco Vratogna, ingesprongen voor de zieke Evgeny Nikitin, maakt echt wel een goede beurt. Het timbre van zijn kernachtige basbariton is voldoende donker, het vibrato slechts sporadisch minder fraai in de diepte. Hij is "the kind of guy you love to hate" en hij groeit tijdens de voorstelling. Zijn monoloog met de videowand in de rug is een hoogtepunt.

Alexander Tsymbaliuk met zijn prachtbas is een luxebezetting voor de kleine rol van Angelotti.

Simon Rattle speelt Puccini niet als de bedenker van een romantische zwelgpartij maar als een componist van de 20e eeuw. Zakelijkheid primeert maar nooit ten koste van het drama. De voorbeeldige transparantie waarmee de Berliner musiceren wordt nog versterkt door de geweldige akoestiek van het Festspielhaus dat alle instrumentgroepen laat klinken zonder vertekening. Zelfs de buisklokken klonken mooi gedefinieerd doorheen het grandioze slotkoor van het Te Deum, het evidente hoogtepunt van het eerste bedrijf. Rattle is ook zeer attentief voor een keurige balans met de solisten. Het schrijven van de ontsnappingsbrief nam hij tergend langzaam. Dynamisch extreem gedifferentieerd en wonderlijk van opbouw was "E lucevan le stelle". De nihilistische finale met zijn in dramaturgisch opzicht irrelevante herhaling van "E lucevan le stelle" miste zijn effect niet. Rattle zweerde bij de aanduidingen van de componist: tutta forza, con grande slancio.

Vanavond ook te bekijken in dezelfde bezetting op Arte

Geen opmerkingen: