Direct naar artikelinhoud

Zodra de onzin van het toneel is, bloeit La Bohème op

Puccini's La Bohème is in de uitvoering van De Nationale Opera vooral in muzikaal opzicht geslaagd.

Puccini en zijn librettisten verwerkten sneeuw, kou en eenzaamheid in La Bohème.Beeld Marco Borggreve

De herneming van de productie van Giacomo Puccini's La Bohème die drie jaar geleden bij De Nationale Opera in première ging, is net als toen vooral in muzikaal opzicht geslaagd.

Waar de tragische heldin van Puccini's tearjerker in 2014 een beetje een grijze muis was, klinkt de Mimì van Eleonora Buratto als een jong, aanvankelijk wat schuchter meisje dat vol verwachting opbloeit in een mooie liefde met de schilder Rodolfo, om uiteindelijk wreed en in de knop gebroken te sterven.

Het door tuberculose ten dode opgeschreven naaistertje wordt hartverscheurend mooi gezongen door de jonge Italiaanse topsopraan, die met een zeldzaam mooie, ongeforceerde natuurlijke stem Mimì tot een lelieblanke engel maakt die uit een paradijselijke muzikale hemel in het aardse tranendal is neergedaald.

De Rodolfo van de Russische tenor Sergej Romanovski is al net zo prachtig. Ook hij heeft het naturel, het stimmliche gemak en de goede smaak die de voorwaarde is voor een geloofwaardige Rodolfo.

Kinderachtige scènes
Romanovski heeft prachtige lyrische stem waarop geen enkel door larmoyant tenorgeweld veroorzaakt krasje is te vinden en ook hij zingt al die mooie noten zonder iets onnodig op te poetsen: simpel en direct recht uit het hart, alsof het in 2017 toch een beetje 1896 is.

Het tweede liefdeskoppel dat de ondankbare rol heeft de hoofdfiguren extra tragisch uit te lichten, is met bariton Mattia Olivieri en Olga Koelchinska ook goed bezet en in muzikaal opzicht lost de voortvarende, zeer Italiaanse dirigent Andrea Battistoni het grote probleem van deze opera prima op.

Dat probleem is de afwisseling tussen het intens sentimentele verhaal dat Puccini zo wonderbaarlijk boven de banaliteit van de tekst weet uit te tillen en de tenenkrommend kinderachtige scènes waarin het losbollige leven van Rodolfo en zijn vrienden wordt ingezet als dramatisch contrast met de ellende die hem treft.

Muzikaal werkt dat nog steeds als je de vaart erin houdt, zoals Battistoni doet, maar voor een regisseur is al die gedateerde koddigheid een probleem. Wat in elk geval niet werkt, is het op z'n negentiende-eeuws uit te spelen. Helaas doet Benedict Andrews dat wel.

Verademing
Als je het zonder amateurtoneelachtige flauwekul speelt, heb je minder last van de gedateerde tekst. Deze regie vertrut een hoop en dat geldt ook voor decor en kostuums, die zonder enige reden de jaren vijftig en de jaren zeventig van de vorige eeuw in een ondoorgrondelijk ratjetoe met 2010 vermengen - alles op zijn lelijkst.

Zodra de onzin van het toneel verdwijnt, bloeit het op. De kaal en sfeervol duister vormgegeven derde akte treft als enige de sfeer van Kerstmis, sneeuw, kou en eenzaamheid die Puccini en zijn librettisten nadrukkelijk in het stuk verwerkten.

Er wordt daar veel meer gewoon en klein gehouden - vanuit de muziek geacteerd - en dat is een verademing. De dood van Mimì blijft aangrijpend, maar dat is de verdienste van de zangers, de dirigent en het voortreffelijk spelende Residentie Orkest - en bovenal van Puccini natuurlijk.

Puccini – La Bohème

Door De Nationale Opera
Met Residentie Orkest o.l.v. A. Battistoni
Regie Benedict Andrews
Gehoord 1/12, Nationale Opera & Ballet
Nog te horen 6, 10, 13, 16, 19, 21, 26, 29/12, aldaar