Direct naar artikelinhoud
Recensie

Een opera over bootvluchtelingen, die aankomt als een mokerslag

Bo Skovhus in de voortdurend golvende oceaan, in de opera Das Floss der Medusa.Beeld TR BEELD

Opera
De Nationale Opera
Das Floss der Medusa
★★★★☆

Een vrolijke avond was het niet. En al helemaal niet als begin van een festival, waar je toch naar de aard van het woord iets feestelijks verwacht. Maar als openingsvoorstelling van het Opera Forward Festival (OFF) paste Hans Werner Henze's 'Das Floss der Medusa' juist weer perfect. Een schandaalwerk waarvan de wereldpremière in 1968 in Hamburg door de politie moest worden afgebroken en dat zich nu als vanzelf voegde in het OFF-thema van dit jaar, 'Embrace Confrontation'.

Het verhaal over de schipbreukelingen van het Franse fegat wordt een allegorie over bootvluchtelingen

En al mag de voorstelling dan niet vrolijk zijn, hij kwam hij wel aan als een mokerslag. En dat in een volle zaal nieuwsgierigen onder wie zich opvallend veel jongeren bevonden. Verheugend, omdat de opera zonder hen natuurlijk nooit forward komt. Wat dat betreft lijkt OFF-organisator De Nationale Opera met een actief wervingsbeleid en prijsreducties goed bezig.

Marxistische boodschap

Henze gaf zijn werk als genreaanduiding het originele 'grof en militair oratorium' mee. Geen opera voor de bühne dus, maar eerder een stichtelijk werk voor het concertpodium. Zijn aan Che Guevara opgedragen marxistische boodschap kwam destijds op het hoogtepunt van de Koude Oorlog aan als pure provocatie, met alle gevolgen van dien. Van die steekvlamlading is 45 jaar later weinig explosiefs over, maar het is regisseur Romeo Castellucci gelukt om de boodschap een wezenlijke moderne draai te geven, alsmede het werk overtuigend bühnewaardig te maken.

De Italiaanse regisseur legde dinsdag in deze krant al uit wat hij met Das Floss der Medusa wilde vertellen. Het waar gebeurde verhaal over de verschrikkingen van de schipbreukelingen van het Franse fregat Medusa, die in 1816 op een vlot dagenlang voor de kust van Senegal tussen leven en dood zweefden, wordt een allegorie, of zelfs een moraliteit, over de hedendaagse bootvluchtelingen. In Castellucci's aanklacht, want dat is zijn enscenering in wezen, kijken wij op al onze schermen en schermpjes allemaal naar hen, maar zien we ze niet.

Schemergebied

Dat ongegeneerde 'kijken' van ons kaartte Castellucci in zijn productie van Glucks 'Orphée et Eurydice' (Brussel, 2014) al eens aan. Net als Henze's werk speelt dat van Gluck zich af in het schemergebied tussen leven en dood, daar waar schipper Charon je naar de overkant van de rivier des doods vaart. In Brussel keken we live naar een close-up van het gezicht van de Vlaamse moeder Els, die met een pseudocoma een eindje verderop in een kliniek lag. Al haar zintuigen waren intact, maar ze was volledig verlamd en kon niet spreken. Via een koptelefoon maakte ze de voorstelling in Brussel mee en wij zagen haar reacties op de muziek via haar ogen. Aangrijpend.

Castellucci voert nu via een video de Senegalese zwemmer Mamadou Ndiaye op. Op 20 graden noorderbreedte, 16 graden westerlengte - precies de plek waar de Medusa verging - zwemt hij 24 uur lang in de oceaan. De informatie wordt ons meegedeeld via teksten op het filmdoek, net zoals we in Brussel van alles te weten kwamen over Els. Van de voortdurend golvende oceaan word je als toeschouwer haast zeeziek. De vermoeidheid van de zwemmer voel je eveneens. 

Wederom zijn het sterke beelden, waarin geen iconisch oranje zwemvest is te zien, maar die daarom juist zoveel meer vertellen. Van de koorleden, net als bootvluchtelingen meestal anoniem, worden de namen geprojecteerd met hun geboortedatum en met allemaal dezelfde sterfdatum: 13-03-2018. Bij de tweede voorstelling vanavond zal die datum ongetwijfeld aangepast zijn.

Lege zaal

In die context speelde de muziek zich vooral achter het projectiescherm af, net als in Brussel. Daar waren de zangers van het Koor van DNO, Cappella Amsterdam en Nieuw Vocaal Amsterdam de ongelofelijk betrouwbare bakens in de woeste zee van Henze's partituur. Uit het hoofd, en staande op golvende prakticabels zongen de koorleden de complexe muziek met grote trefzekerheid. Heel terecht dat Castellucci bij het slotapplaus voor hen een buiging maakte.

Ingo Metzmacher leidde het enorm uitgebreide Nederlands Philharmonisch Orkest (dertien slagwerkers, elektrische gitaren, saxofoons) met groot gezag en met hoorbare passie voor de muziek, die ondanks al die massa's vaak heel intiem en zacht is. Bo Skovhus zong de rol van mulat Jean-Charles aangrijpend en Dale Duesing straalde bescheiden autoriteit uit als de declamerende Charon. Lenneke Ruiten had geen enkele moeite met de stratosferische hoogte en de onmogelijke intervallen van La Mort, bij Castellucci een reporter met filmcamera.

Aan het slot liet de regisseur haar de camera op de zaal richten. Maar het beeld dat je verwachtte - wij allemaal in het auditorium - kwam niet. We zagen de totale stilte van een lege, verlaten zaal. We waren er allemaal wel, en toch was de zaal leeg. Of waren wij leeg?

Nog vijf keer te zien, t/m 26 maart. www.dno.nl

Lees hier theaterrecensies uit Trouw.